Hoe bereid je je voor op een lange fietstocht?

Of je nu een lange tocht maakt over de Brabantse Veluwe, meedoet aan een wedstrijd van een dag of voor iets veel ambitieuzers gaat, zoals de Cape Epic in Zuid-Afrika, fietsen op een lange afstand heeft iets heel anders dan een ritje naar je werk, een ochtendritje om wakker te worden of een ontspannen wandeling met de kinderen door het park. Een lange afstand fietstocht vergt een andere set van vaardigheden, een nieuw niveau van voorbereiding, en een intense toewijding aan je sport. Maar het is zeer de moeite waard, zowel in de fysieke en mentale voordelen die je ervan hebt, als in het gevoel van voldoening en trots dat je voelt als je de finishlijn passeert.

Hoe bereid je je voor op een langeafstandsrit? Dat kan heel verschillend zijn, afhankelijk van het feit of het om een wedstrijd gaat, of de tocht meer dan een dag in beslag neemt en een ondersteuningsteam nodig heeft, of dat je alleen de weg op gaat en je grenzen opzoekt. Je kunt hier een kijkje nemen naar de fietsroutes Brabant om alvast je route te plannen. Maar buiten dat zijn er nog een aantal dingen die alle afstandsritten gemeen hebben, en het zou verstandig zijn om je lichaam en geest daarop voor te bereiden.

In dit artikel deel ik twee zeer nuttige tips die je kunt volgen om de perfecte fietstocht voor te bereiden.

Uithoudingsvermogen opbouwen

Dit lijkt een no-brainer. Voordat je een langeafstandsrit kunt maken, moet je eerst wat duurtraining hebben gedaan. Maar hoe doe je dat? Het antwoord is: geleidelijk. Je kunt niet van een twee uur durende rit naar een acht uur durende rit springen zonder het risico van ernstige blessures en pijnlijk herstel.

Een goed idee is om elke week een beetje aan je training toe te voegen. Als je regelmatig één keer per week twee uur fietst, probeer dan elke week een half uur meer te fietsen om jouw uithoudingsvermogen langzaam op te bouwen. Doe dat twee maanden lang, en je twee uur durende rit wordt een zes uur durende rit. Je zult jezelf uitdagen en pushen – en je zult misschien diep moeten graven om je er doorheen te slaan – maar je zult het halen als je het rustig aan doet en geleidelijk opbouwt.

Op hetzelfde moment, wil je jezelf niet pushen bij elke rit. Je hebt herstelritten net zo hard nodig als je limiet-stretching ritten. Terwijl je jouw zaterdagen besteedt aan steeds langere ritten, kun je in het midden van de week een paar fietstochten maken waarbij je één of twee uur op een rustig tempo fietst. Je traint nog steeds en houdt jouw spieren soepel en los, maar je spant je niet elke keer in als je op de fiets stapt.

Blijf eten en drinken

Je zou ook niet midden in een sprint van 100 meter stoppen voor een flesje water, maar er is een verschil tussen een duurloop en een sprint. Het is essentieel dat je tijdens lange afstanden gehydrateerd blijft en blijft eten. Een goede vuistregel is om elk uur een flesje water te drinken, en zelfs meer als je op een warme dag fietst of op een bijzonder slopende duurrit. En je wilt ongeveer om het kwartier een hapje of twee eten. Dat kan van alles zijn, en verschillende fietsers hebben hun eigen favorieten, maar het kan van alles zijn, van een banaan tot een Snickers-reep tot een boterham met jam.

Lees ook: 4 Voordelen van een taxi